Brief van juf Erika

Liefste Wats,

Zaterdag 19 juli zal vanaf nu de dag zijn waarop de aarde voor mij een hele tijd is blijven stil staan. Naast ongeloof en verbijstering kwam woede en verdriet. Het zal je waarschijnlijk verbazen, maar ik wist en weet nog altijd niet goed wat te zeggen. Jouw juf die sprakeloos is… ik zie jouw guitig lachje al op je gezicht verschijnen. Datzelfde lachje dat verscheen toen ik weer eens “Mats” ipv “Wats” zei. Hoe vaak is dat niet gebeurd? Ik zag je steeds denken: “Daar gaat ze weer. De juf is weer eens verstrooid.” Ooooh man, wat ga ik je missen. Jij begreep altijd als eerste mijn mopjes. Okee ik geef toe, ze waren niet altijd even goed. Maar dan nog moest jij er zo hartelijk om lachen.

Ik hoor je nog altijd de eerste week van september vragen: “Juf, Frans is dat moeilijk? Ik ga dat nooit kunnen.” Je legde jouw lat altijd heel hoog. Je moest en zou alles kunnen en dan nog het liefst zo snel mogelijk. Vaak kwamen er dan eens traantjes tevoorschijn en begon je wel eens te panikeren. Maar als het dan wel ineens lukte, verscheen dan weer je glimlach daar en zei je:” Ah, is het dat maar. Dat is makkelijker dan ik dacht.”

Lieve Wats, hoe hoog je die lat voor jezelf wel eens durfde te leggen, zo laag maakte je die drempel voor ons als het op jouw diabetes aankwam. “Het is oké juf, niets aan de hand. Alles is oké.” Ik geef toe dat ik in het begin van het schooljaar heel vaak paniekerig naar jou keek als je jezelf eens prikte of als je vroeg of je een colaatje mocht gaan drinken. Je vond dat zelfs een beetje grappig. Want je lachte er altijd stiekem mee als ik naar jou keek en al vragend mijn duim omhoog stak. Je ging hier zo zelfstandig en dapper mee om. Dat alleen al was bewonderenswaardig.

Elke ochtend kwam je vrolijk de klas binnen en zei je “goeiemorgen juf”. Meteen daarna keek je naar onze dagplanning aan het bord en wat was je blij als je zag dat er op het einde van de dag een “verrassing” stond. “Gaan we misschien vandaag naar het bos juf?” Het bos … wat kon jij je daar uitleven. Samen met Kobe, Tibe, Levi en Emilio, jouw vaste vriendjes van dag 1 op onze school. Dit schooljaar zijn er daar nog een paar vriendjes van Pamel bijgekomen… jouw vaste speelkameraden. Wat ben ik blij dat we de laatste schooldag nog naar het bos zijn gegaan. Waar je stiekem, samen met jouw vrienden, het kamp van de meisjes hebt belaagd. “Ze moeten het maar beter verdedigen. Dit zou bij ons nooit gebeuren.” In het bos ravotten of voetbal spelen tijdens de speeltijd… dat was echt jouw ding.

Wats, jij was mijn barometer in de klas. Aan jou zag ik hoe ik het deed als juf, want jouw gezicht sprak boekdelen. Ging ik te snel of te traag, was het een leuke of iets saaiere les, snapte je het meteen of niet, … jij liet dit steeds merken. Altijd vrolijk, altijd goedlachs, altijd behulpzaam en beleefd, heel graag gezien door iedereen. Jouw vrienden zouden er voor gevochten hebben om tijdens een uitstapje jouw rugzakje te mogen dragen. Of om met jou een toertje op de speelplaats te gaan lopen als dit nodig was.

Als ik mijn ogen sluit, zie ik je nog steeds die laatste schooldag aan de schoolpoort zeggen: “Dank je wel juf voor het fijne schooljaar.” Je gaf me toen een mooi, gelamineerd blad met allemaal foto’s van het voorbije schooljaar. Die fotootjes hebben nu een heel speciaal plaatsje gekregen. En je sleutelhanger, weet je nog, die is nu voor altijd bij mij.

Mijn allerliefste Watske, ons allerliefste Watske,

Uit naam van mezelf, maar ook van alle klasgenootjes kan ik je zeggen dat wij je enorm gaan missen. Je hebt in ons hart een eeuwig plekje opgeëist. We gaan nog heel vaak aan je denken, over je spreken, je herinneren om wie je was. Onze dikke altijd vrolijke en goedgezinde vriend.

Ik geef je nog een coole high-five of een leuke billenbots.

Of nee… ik geef je nog een superstevige knuffel.

Juf Erika