Brief van mama en papa
Dag onze kleine jongen,
Dag onze grote kameraad,
Deze afscheidsbrief aan jou willen wij eigenlijk niet schrijven, omdat we je liever een dikke kus geven wanneer je straks om de hoek gefietst komt zoals je altijd doet. Alleen, we weten ondertussen dat je dat niet meer zult doen, en daarom willen we je toch graag nog wat dingen over jou vertellen die ons deden glimlachen. Hopelijk zal jij ook glimlachen, en kunnen we een glimp van je guitig gezicht zien.
Wats, je bent een slimme vos. Door je diabetes, leerde je al op jonge leeftijd om zelf je suikerwaardes te berekenen, waardoor je een sterk wiskundig inzicht kreeg. En zo maakte je van de nood een deugd, en van de last een talent. Door die wiskundeknobbel was je een gedurfde tegenstander in de gezelschapspelletjes waar je zo’n fan van was: Monopolie, Levensweg, De Slimste Mens, noem maar op. De Rummikub-partijen die jij en Omi tegen elkaar speelden, waren legendarisch. Oke, je kon niet echt tegen je verlies, maar weet je, één keer valsspelen is erger dan tien keer verliezen. En valsspelen haatte je vanuit het diepst van je hart, want tegen de regels spelen is oneerlijk. Maar jou verliezen is ook oneerlijk, dus als we moeten valsspelen om je terug te krijgen, dan zal je ons dat wel vergeven, zeker?
Wats, je bent een noeste werkman. Handen uit de mouwen, en gaan!, want werken is geen kinderspel. Spelen in een fantasiewereld was niks voor jou, jij wilde patatten uitdoen, terwijl Matte in een zelfgemaakt modderbad rustig lag te kuren. Jij wilde met laarzen aan de auto poetsen, muren uitbreken, het gras afrijden, het terras opschuren, boodschappenlijstjes opstellen, of de ramen kuisen wanneer Lolo en Jeppe er weer eens aan hadden gelikt. Je nieuwste activiteit was aardbeien kweken, met enkele mooie dikke vruchten als resultaat. Met je praktisch inzicht ging je op zoek naar werkbare oplossingen voor concrete problemen waar wij als volwassenen nog niet opgekomen waren. Je plande alles tot in de puntjes, waardoor wij ook wel eens zenuwachtig van je werden. Maar ach, dat maakte eigenlijk ook weer niet zoveel uit. Misschien wilde je later een handige werkman worden, of een glutenvrije bakker, of nog iets anders als je maar hard kon werken. Laat je ons nog weten welke droom je volgen zal?
Wats, je bent een apart geval. In de straat was je bijnaam Philippe Gilbert, omdat je dezelfde coureurs-houding op je fiets aannam wanneer je van de berg kwam afgevlogen. Op de fiets voelde jij je thuis: je hebt nooit zijwieltjes nodig gehad en begon op vakantie gewoon opeens te fietsen, je knalde vliegensvlugge rondjes op de piste van de wielerclub in Affligem, en je trok er bij weer en wind op uit om door de opspattende modder te rijden. Wanneer je tegen 50 km/u over de straat voorbijvloog, ging je zo in het fietsen op dat je zelfs vergat dat je geen helm had opgezet. Een andere passie die je als kleuter ontdekte, was je vaardigheid als lokale weerman: bij regen en hagel stond jij in het midden van de straat te kijken naar je voorspelling die waarheid geworden was. Maar je ambities reikten uiteraard verder, want ook het weer bij nonkel Gillis in Toronto werd zorgvuldig voorspeld, aangekondigd en beoordeeld. Je bent dan ook nooit echt een spelend kind geweest, maar veel eerder een piepjonge volwassene. Zonder dat je het zelf besefte, hebben de “grote mensen” rondom jou je ook zo beschouwd en zat je als een grote op je gemak bij hen aan tafel. Trouwens, het was dan ook erg mooi meegenomen dat je ondertussen massages aan je tafelgenoten kon vragen. Tussen kind-zijn en volwassen-zijn, snapte jij de kunst van het gelukkig zijn. Wanneer zitten we weer eens samen aan tafel zodat je ons over dat geluk kunt vertellen?
Wats, je bent een grote broer. Bij ons thuis ben je het oudste kind, en in beide grote families ben je de oudste kleinzoon. Er is geen moment geweest dat je die verantwoordelijkheid aan de kant schoof. Je voelde je niet de baas of leider over de jongere kinderen, dat lag niet in je aard, maar je was wel de behoeder van de warme rust in de familie. Op je gezicht konden we de bezorgdheid aflezen, als er zich aan ons huis bouwproblemen voordeden. Je verantwoordelijkheidsbesef ging soms zelf zo ver, dat je vroeg: “Mama, moet gij niet een keer de ramen gaan kuisen?”. Je wilde je steeds nuttig maken voor je eigen kleine gemeenschap, en goed doen voor de mensen rondom je. Hoewel je soms misschien teveel verwachtte van Matte, kon je wel altijd hartelijk lachen met zijn dolle fratsen. Bloesje was je trouwe co-piloot wanneer je hem in de go-kart door de tuin vooruitduwde of wanneer jullie samen op de fiets van de berg afgeracet kwamen. Het duo Lolo & Jeppe had in jou de perfecte babysit gevonden: steeds beschikbaar en zonder kosten, bij jou hadden ze letterlijk een levenslang abonnement lopen. Lieve Wats, je was dus niet alleen een grote broer, je was ook onze kleine held. Maar waarom kunnen helden niet voor eeuwig leven?
Wats, je bent een rots in de branding. Soms twijfelend aan je eigen rol, maar altijd volhardend in je eigen taak. Ga eens zelf na wat je door je diabetes en glutenintolerantie allemaal ondergaan hebt en ook hoe je die moeilijkheden in je leven inpaste en dus aanvaardde, dan zie je toch ook dat je ze eigenlijk overwonnen hebt? Je raakte soms te snel in paniek, wanneer je een probleem wel snapte, maar de oplossing ervan niet onmiddellijk vond. We moesten je dan uitleggen dat iets leren simpelweg tijd vraagt. Dat was gewoon je perfectionisme, en jazeker, in bepaalde situaties is dat een groot gebrek. Maar in andere gevallen is zo’n gebrek juist een kracht die je voortstuwt en sterker maakt. En dat zag je niet altijd, maar eigenlijk voelde je het wel. Want wanneer jij jouw vertrouwen aan iemand kon geven, dan maakte je van jezelf een superman. Dat vertrouwen gaf je houvast en structuur, waardoor je je opende als een prachtige veldbloem richting de zon. Maar waarom is het veld toch zo groot en kunnen we jouw bloem nu niet vinden?
Wats, je bent een grappige sjarel. Voor iedereen die je apprecieerde, had je niet alleen een warmhartig compliment, maar ook een geestige gedachte. Op je gezicht verscheen telkens een guitig lachje wanneer je wist dat je een rake opmerking gemaakt had, en iedereen rondom jou weer eens goed hard lachte. Je was een babbelwater met zijn typische schetterstemmeke, en we waren erg benieuwd hoe je ging klinken met de baard in de keel. Ook maakte je zelfverzonnen woorden en zinnen, zoals “nen D” voor een dessertje, of het “snoepske bij oma”. Naast grappig en leuk, was je ook fier en soms zelfs wat ijdel. Je koos zelf welke kleren je wilde kopen en aandoen, en wanneer je op pad ging zaten je haren altijd met gel in model. We geven je een dikke high-five voor al die vrolijkheid die wij van jou kregen. Ken je toevallig ook een geneesmiddel tegen diep verdriet?
Zondagmiddag, vlak nadat je ons verliet, vertelde Bloesje ons: “Wats gaat zijn konijn Snufje missen.” Dat ga je vast en zeker doen. Maar Snufje jou ook, net zoals wij allemaal jou ook keihard gaan missen. Is dat voorgoed?
Hé wacht!, horen we je nu toch niet ginder razendsnel van de berg afkomen net zoals Philippe Gilbert? Ah nee, toch niet. Maar als we straks opnieuw dat geluid in de verte horen, dan zal jij het wel zijn die met zijn guitige lach op ons afgeraasd komt. Allez jongen, kom maar vlug terug naar huis. We verwachten je. Dat doen we voorgoed.
Rust zacht, lieve schat.