Brieven van Dimi

Hey WatsyBoy

Ongeveer 9 jaar geleden leerden we elkaar kennen. Je was bij ons, in het UZ Gent, opgenomen. Je kreeg al op jonge leeftijd een grote opdracht mee. Zorgen voor jouw diabetes wou je zo snel mogelijk zelf doen. Jouw mama en papa helpen. Bij elke stap die je zelfstandig kon, was je fier. Jouw zin voor verantwoordelijkheid heb ik 4 jaar mogen bewonderen op kamp.

Ik herinner mij jouw eerste deelname aan het diabeteskamp, aan zee. Je werd gebracht door jouw mama en papa met een grote zak vol met glutenvrij eten en lievelingskoeken. Je kon verstoppertje spelen in die zak. Het was terug spannend. Je zou een week niet thuis slapen. Een week zonder jouw mama en papa. Hen moeten missen was jouw grootste verdriet.

Hoe goed we jou ook probeerden af te leiden, een herinnering, een flits in jouw hoofd, zorgde ervoor dat de fijne herinneringen aan thuis boven kwamen met traantjes van gemis. De telefoontjes naar huis gaven jou troost en waardoor we alle volgende jaren om de twee dagen op het bankje zaten te bellen. Je keek er zo naar uit om te vertellen wat je tijdens de dag had gedaan, maar na het horen van de stem van jouw mama kwamen de traantjes en was je enkel geïnteresseerd in hoe het met hen was. Om die traantjes te verminderen, hadden we een mooie afspraak. Je kreeg er 10 per dag. Je werd er dan ook zeer spaarzaam op… vanaf het moment dat er eentje ontsnapte, probeerde je het terug te steken. Naarmate het kamp vorderde zagen we meer een glimlach, een onbezonnen dans, een vreugde dansje, geschater, eventjes een traan en opnieuw een glimlach. Het was voor ons fijn om te zien hoe je in die jaren bent gegroeid, vertrouwd bent geraakt met het kamp en er plezier in vond. En ja… zelfs het aantal telefoontjes naar huis konden we afbouwen.

Je was ook zo nieuwsgierig. Ik herinner mij het kamp waarop Sara en ik verantwoordelijk voor jou waren. Je hebt ons 100den vragen gesteld. Ik had het gevoel dat je meer van ons wist dan wij van jou. Je wou ook alles weten wat we deden om voor jullie te zorgen. Het was bewonderenswaardig hoe je ons ondersteunde bij ons werk. Je hielp ons onthouden wanneer we een nieuwe katheter moesten prikken, wanneer we de sensor moesten vervangen, je deed de meeste redenering zelf, je vertelde ons hoe we jouw pomp moesten aanpassen, je gaf zelfs aan dat we ook voor onszelf moesten zorgen en meer moesten slapen… zelfs tijdens de nacht lag je stiekem te waken tot we waren gepasseerd om jouw bloedsuiker te controleren. De woorden ‘het is ok’ wiegden jou in slaap. Na 3 dagen waren die woorden niet meer nodig. We wisten dat je goed sliep als we jouw voeten vonden op het hoofdkussen of ergens bengelend aan de rand van het bed. Je werd zelfs niet wakker van ons gepraat of gestruikel over de rondslingerende tassen in de kamer. Nee, niet die van jou. Zoals afgesproken hing die mooi aan jouw bed.

Elke ochtend kwam je vrolijk aan onze tafel om jouw waarde door te geven en, hoe kon het ook anders, je had al zelf enkele aanpassingen gedaan. Onze begroeting in de ochtend veranderde al snel van ‘goede morgen Wats’ naar ‘Wats up doc?’. Na de ochtendshift werd ik eraan herinnerd dat ik jouw brood niet mocht vergeten. Elke keer als ik in de eetzaal kwam, zag ik jou zoeken naar oogcontact. Een knik of duim was voor jou voldoende om te weten dat ik aan jouw glutenvrij eten had gedacht en je zag de rust over jou heen vallen. Ik moet eerlijk bekennen… je was ook vaak mijn geheugensteuntje.

Wats, als ik hier allemaal aan terug denk, door de foto’s ga, dan ben ik dankbaar dat ik zo’n fijne kerel heb mogen zien groeien. Het is nu aan mij om die traantjes te bedwingen… maar het lukt mij niet. We gaan je missen! Rust zacht.